De Boeren van Weert luiden de alarmbel. De grote waternavel, in het Latijn luisterend naar de naam Hydrocotyle ranunculoides, is een uitheemse waterplant die het ook in de Nederlandse wateren uitstekend doet. Deze waterplant is een sterk invasieve soort, die in natuurlijke wateren voor heel wat problemen zorgt. In Weert groeit de Tungelroyse beek en de Raam (De Raam is een ongeveer 3 km lang afwateringskanaal ten zuiden van Altweerterheide) langzaam maar zeker dicht.

Sterker, de plant tiert hier zo welig, dat sloten en vaarten waar hij voorkomt in korte tijd helemaal bedekt zijn met een dik pak groene bladeren. De Grote waternavel belemmert hierdoor de doorvaart en verstikt het andere waterleven. Bovendien is het water aan het oog onttrokken: het lijkt of je over het bladerdek heen kunt lopen. En dat kan levensgevaarlijke situaties geven!

De grote waternavel is in Nederland geïntroduceerd als vijver- en aquariumplant en was te koop in tuincentra. Nu bekend is hoe de plant in onze wateren woekert, is verkoop ervan officieel verboden. Maar daarmee is het probleem niet opgelost. De plant komt inmiddels op veel plaatsen voor en gedijt uitstekend, mede dankzij de zachte winters.

Effect op ecosysteemdiensten
De dichte matten van grote waternavel kunnen de doorstroming van watergangen belemmeren. De plantenmassa kan losraken en zich ophopen bij gemalen, stuwen en andere waterwerken. Ook wordt de kans op een overstroming vergroot. De recreatieve mogelijkheden, zoals zwemmen, pleziervaart en hengelsport, nemen af.

Maatregelen
Grote waternavel staat sinds augustus 2016 op de Unielijst van invasieve exoten (EU-verordening 1143/2014). Een soort die op de EU-lijst staat mag o.a. niet meer worden verhandeld. Verder geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of als dat niet lukt, zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. Bestrijding van de grote waternavel is vooral een kwestie van er op tijd bij zijn en heel grondig te werk gaan. Veel werk wordt voorkomen met vroegtijdige signalering. Omdat de plant zo snel groeit kan de verwijdering bij late signalering een enorme klus zijn.

De verwijdering moet vervolgens heel grondig gebeuren. Ieder plantdeel dat achterblijft groeit weer verder. Ook moet bij de verwijdering worden voorkomen dat stukjes plant afdrijven. Ieder fragment is een “stekje” dat elders weer verder kan groeien.

Herkenning
De grote waternavel is niet moeilijk te herkennen, vooral niet omdat hij –als snelle groeier- al snel imposante proporties aanneemt. De plant heeft min of meer ronde vijf-lobbige bladeren met een diameter van 4 tot 10 centimeter. De bladeren zijn gekarteld en staan op een dunne steel die in het midden aan het blad vastzit. Aan één kant is het blad diep ingesneden tot aan de bladsteel. Bloemen worden zelden waargenomen en zijn klein en grauwwit.

De grote waternavel begint vanaf eind mei te groeien. De groei is het sterkst in juli en augustus. De planten vormen drijftillen: ze vormen een soort dekens op het water. De groei begint meestal vanaf de oeverlijn, maar ook tussen rietkragen. De plant breidt zich vervolgens cirkelvormig uit. De plant groeit soms ook op de oevers en heeft dan kleinere blaadjes.