Goede voeding begint bij slimme keuzes. Zo koos familie Indenkleef in 2024 bewust voor rode wortelpulp als toplaag op de maïskuil – een restproduct uit de voedingsindustrie dat normaal gesproken wordt weggegooid. Zonde! Het sluit de kuil goed af, houdt zuurstof buiten en voorkomt broei of schimmel. Zo blijft de kwaliteit van het voer behouden. Een win-win situatie.
In 2025 waren deze wortelresten helaas niet beschikbaar, dus kozen ze voor aardappelsnippers. Die hebben een vergelijkbare werking én brengen wat extra zetmeel mee, wat weer energie geeft aan de dieren. Restproducten kunnen prima door om topkwaliteit voer te maken.
Maïs hakselen met aandacht voor kwaliteit
Ook bij het oogsten van maïs denkt de familie verder dan alleen hoeveelheid. ‘Door de maïs wat hoger van de grond af te hakselen – op zo’n 60 cm – krijg je minder houtige stengels (die moeilijk verteerbaar zijn) en juist meer van de smakelijke en voedzame delen, zoals de kolven,’ verteld Giedo Indenkleef.
‘Per hectare haal je dan misschien iets minder kilo’s binnen, maar het verbeterd de melkproductie per kilo voer. Het draait allemaal om een goede voederkwaliteit: goed verteerbaar, smakelijk voer dat bijdraagt aan de gezondheid van de dieren.’
Kringlooplandbouw in de praktijk
Wat mooi is: dit past helemaal bij kringlooplandbouw. Veel van het voer voor de geiten bestaat uit reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie – denk aan pulp van wortels, bierbostel, aardappelresten en fruit. Wat voor de een afval is, wordt bij de boer voeding voor de geiten. Die maken daar weer melk van, én mest voor op het land zodat gewassen kunnen groeien.
‘En ja, soms moeten we zelfs betalen voor die restproducten. Klinkt vreemd? Dat vinden wij ook. Maar zo werkt de markt op dit moment,’ verteld Giedo.
Toch is het resultaat iets om trots op te zijn. ‘In 2025 bestaat het krachtvoer voor de geiten bij ons voor meer dan 90% uit reststromen. De overige ingrediënten – zoals granen en maïs – komen van Nederlandse bodem.’
Zo houden we het voer lokaal, slim en circulair.
